05-12-2009

ZATERDAG in de 1e week van de Advent


Uit het heilig evangelie volgens Matteus

In die tijd ging Jezus rond door alle steden en dorpen,
waar Hij onderricht gaf in hun synagogen
en de Blijde Boodschap verkondigde van het Koninkrijk
en alle ziekten en dwalen genas.
Bij het zien van die menigte mensen
werd Hij door medelijden bewogen,
omdat ze afgetobd neerlagen
als schapen zonder herder.
Toen sprak Hij tot zijn leerlingen:
„De oogst is wel groot
maar arbeiders zijn er weinig.
„Vraagt daarom de Heer van de oogst
arbeiders te sturen om te oogsten."
Hij riep zijn twaalf leerlingen bij zich
en gaf hun de macht
om de onreine geesten uit te drijven
en alle ziekten en kwalen te genezen.
Deze twaalf zond Jezus uit met de opdracht:
„Begeeft u niet onder de heidenen
en gaat niet binnen in een stad van de Samaritanen ;
gij moet veeleer gaan
naar de verloren schapen van het huis van Israƫl.
„Verkondigt op uw tocht
Het Koninkrijk der hemelen is nabij.
„Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen
en drijft duivels uit.
„Voor niets hebt gij ontvangen, voor niets moet gij geven."
Mt.9, 35-10.1. 5-8



Bij de afbeelding: 'Christus onderwijst de menigte', door Roselli geschilderd in 1481-82 in de Sixtijnse Kapel.

Geen opmerkingen: