Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
In die tijd jubelde Jezus het uit,
vervuld van de heilige Geest, en Hij sprak:
„Ik prijs U Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt
voor wijzen en verstandigen,
maar ze hebt geopenbaard aan kinderen.
„Ja Veder,
zo heeft het U behaagd.
„Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven.
„Niemand weet wie de Zoon is tenzij de Vader ;
en wie de Vader is tenzij de Zoon
en aan wie de Zoon Hem wil openbaren."
Daarop keerde Hij zich naar zijn leerlingen afzonderlijk
en Hij zei tot hen:
„Gelukkig de ogen die zien wat gij ziet.
„Ik zeg u:
Vele profeten en koningen verlangden te zien wat gij ziet
maar zij hebben het niet gezien ;
en te horen wat gij hoort
maar ze hebben het niet gehoord."
Lc. 10, 21-24
Rorate Caeli
Vandaag ter overweging een aloude Adventhymne; het 'Rorate Caeli'.De hymne kan worden gezongen tijdens de vieringen van de Eucharistie en Getijden gedurende de Advent. Met de woorden van Jesaja (45:8) geeft het uitdrukking aan de verlangens en dromen van de profeten van het Oude Testament. Het staat ook symbool voor de Kerk die verlangend uitziet naar de komst van Gods Zoon. De geschiedenis van het ‘Rorate’ is redelijk recent. Het is géén middeleeuws lied, zoals veel gregoriaanse gezangen. Het dateert uit de 17e eeuw. Waarschijnlijk is het geschreven door de Franse kardinaal Pierre de Berulle (1575 - 1629)
vertaling:
Dauwt, hemelen, uit den hoge en dat de wolken op de rechtvaardige regenen.
Wees niet vergramd, Heer,
en wil niet meer aan onze boosheid denken.
Zie, die stad van uw heiligdom is verlaten.
Sion is eenzaam geworden.
Jerusalem is vol treurnis.
De woonstede van uw heiligheid en uw roem,
waar onze vaderen U lof hebben gezongen.
Dauwt, hemelen, uit den hoge en dat de wolken op de rechtvaardige regenen.
Wij hebben gezondigd
en zijn geworden als een onreine,
wij zijn allen neergevallen als een blad.
En onze boosheden hebben ons
als een stormwind meegevoerd.
Gij hebt uw aanschijn voor ons verborgen
en ons neergeworpen onder het gewicht onzer zonden.
Dauwt, hemelen, uit den hoge en dat de wolken op de rechtvaardige regenen.
Zie, Heer, de droefheid van uw volk
en zend degene die Gij zenden wil.
Verwek het Lam, de heerser van de wereld,
uit de rots der woestijn en zend het
naar de berg van de dochter van Sion.
Opdat het Lam
het juk van onze gevangenschap wegneme.
Dauwt, hemelen, uit den hoge en dat de wolken op de rechtvaardige regenen.
Troost U, troost U, mijn volk weldra zal uw heil komen.
Waarom wordt gij door rouw verteerd?
Waarom heeft de smart U onherkenbaar gemaakt?
Redden zal Ik U, wil niet bevreesd zijn.
Ik ben immers de Heer, uw God,
de Heilige van Israël, uw Verlosser.
Dauwt, hemelen, uit den hoge en dat de wolken op de rechtvaardige regenen.