07-12-2009
MAANDAG in de 2e week van de Advent
Uit het heilig evangelie volgens Lucas
Toen Jezus op zekere dag onderricht gaf,
zaten er ook Farizeeën en wetgeleerden bij
die gekomen waren uit alle plaatsen van Galilea
en Judea en uit Jeruzalem.
En de, kracht des Heren deed Hem genezingen verrichten.
Op dat ogenblik kwamen er enige mannen aan
die op een bed een verlamde met zich meedroegen.
Zij trachtten hem binnen te brengen en voor Jezus neer te leggen.
Maar omdat ze vanwege de menigte geen weg vonden
waarlangs ze hem konden binnenbrengen,
gingen ze het dak op
en lieten hem met bed en al
door een opening in het tegeldak midden tussen het volk zakken,
voor de voeten van Jezus.
Toen Jezus hun geloof zag zei Hij:
„Vriend, uw zonden zijn u vergeven."
Maar de schriftgeleerden en Farizeeën vroegen zich af:
„Wat is dat voor iemand, die zo godslasterlijk spreekt ?
„Wie anders kan zonden vergeven dan God alleen ?"
Jezus wist dat zij zo redeneerden en sprak tot hen:
„Wat redeneert gij toch bij uzelf ?
„Wat is gemakkelijker
te zeggen : uw zonden zijn u vergeven ;
of te zeggen : sta op en loop ?
„Welnu, opdat ge zult weten
dat de Mensenzoon macht heeft op aarde zonden te vergeven
- en nu sprak Hij tot de lamme -
„Ik zeg u, sta op,
neem uw bed mee en ga naar huis."
Onmiddellijk stond hij voor aller ogen op,
nam het bed waarop hij gelegen had mee
en ging naar huis terwijl hij God verheerlijkte.
Iedereen stond er versteld van en ze verheerlijkten God.
Vol ontzag zeiden zij:
„Wij zijn vandaag getuige geweest van ongehoorde dingen."
Lc. 5, 17-26
afbeelding: uit de 'Codex Egberti' ca. 980-993 ontstaan in het klooster Reichenau.
Zo spreekt de Heer:„Woestijn en steppe zullen zich verheugen,jubelen en bloeien de dorre vlakte. Pronken zal zij met lelies, van blijdschap jubelen en juichen. „De glorie van de Libanon valt haar ten deel,de luister van Karmel en Sjaron.„Zij zullen de glorie van de Heer aanschouwen, de luister van onze God.„Maak slappe handen sterk, geef kracht aan knikkende knieën.Spreek tot allen die de moed verloren hebben:„Vat moed en vrees niet. Uw God komt om de wraak te voltrekken,God komt om te vergelden en om u te redden." Dan gaan de ogen van de blinden weer openen zullen de oren van de doven geopend worden. De lamme zal springen als een herten jubelen zal de tong van de stomme.Ja, in de steppe zullen beken ontspringen, rivieren in de woestijn.De dorre vlakte wordt een vijver, het dorstig land één waterbron. En op de plaats waar de jakhalzen huisden zullen biezen groeien en groen riet.Een hoge, gebaande weg zal daar lopen, die de heilige weg zal heten.Geen onreine betreedt die weg en de dwazen dwalen er niet.Er zal geen leeuw te bekennen zijn en wilde dieren komen er niet,maar de vrijgekochten zullen die weg begaan, en degenen die door de Heer verlost zijn,zij zullen weer terugkeren. Jubelend komen zij naar Sion, hun hoofden omgeven met eeuwige vreugde. Zij zullen vreugde verkrijgen en blijdschap, en pijn en gejammer nemen de vlucht.
Jes. 35, 1-10
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten